Een klein vogeltje viegt snel en laag boven de stromende rivier. Gaat af en toe op een rotsblok zitten en kijkt dan alert om zich heen. Dan begint het vlug kleine insecten en waterdiertjes op te pikken van de natte rotsen of vanuit het water. Af en toe waden deze vogeltjes door het water en steken dan hun snavel of zelfs het hele hoofd onder water om prooi te pakken.
Opvallend zijn ze alleen maar door de witte kroon, nek en witte vlek op de rug. De rest is matbruin, zwart tot chocoladebruin dus nauwelijks waarneembaar.